Ik heb een racefiets vanaf 2001 ongeveer en heb de afgelopen jaren eindeloos veel afgesteld aan mijn fiets. Helaas heb ik een gevoelig lichaam en vaak klachten op de fiets. Ik heb mij inmiddels 2x onderworpen aan een complete bikefitting en dat hielp soms, maar zeker ook niet altijd. Alle lessen en fouten die ik heb geleerd, heb ik in deze post opgeschreven. Ik hoop dat de lezer er iets aan heeft.

Uiteindelijk stel je de fiets in hoofdlijnen in, maar ben je vervolgens echt nog een tijd bezig om alles extra fijn af te stellen. Trek daar tijd voor uit, neem imbussleutels mee als je gaat fietsen en ga gewoon voorzichtig kleine dingen aanpassen. Pas niet te veel in 1x aan, anders ben je het overzicht kwijt.

Fiets Afstellen

De volgorde van het afstellen van je fiets

Het afstellen van je racefiets volgt een bepaalde volgorde die van belang is. Verkeerde volgorde betekent dat er binnen no time niks meer van klopt en je opnieuw kan beginnen. Een fout die ik helaas wel vaak heb gemaakt door gewoon als een dolle hond aan dingen te gaan draaien zonder de basis goed te hebben.

Eerst een goed zadel. Als je niet lekker zit is er geen beginnen aan. Daarna de hoogte van je zadel omdat deze de positie van je benen tov je trapas bepaald en alleen je zadelhoogte daar echt invloed op heeft. Pas daarna ga je kijken naar het stuur.

De volgorde is ongeveer:

  1. Juiste zadel
  2. Zadelhoogte
  3. Zadelafstand (setback)
  4. Stuurlengte en hoogte (stuurpen)
  5. Stuurhoek (hoogte shifters)

Naast deze primaire afstellingen kun je ook nog je schoenplaatjes, schoenen, hoek van je zadel en de hoek van je shifters aanpassen. Daarover later meer.

Juiste zadel

Zoek een goed zadel

Zonder goed zadel krijg je zadelpijn, een dooie zak en zit je ongelukkig op de fiets. Daarom eerst een goed zadel. Deze les had ik graag veel eerder gehad :) Zonder goed zadel kun je niet lekker je fiets afstellen.

Uiteindelijk moet je op de zitbotjes zitten. Mannen hebben vaak bredere bekken dan vrouwen en ook tussen mannen verschilt het nogal, meestal ergens tussen de 12cm en de 15cm. Zadels komen ook in die verschillende breedtes. Daarnaast hebben veel zadels uitsparingen voor je zaakje. Te lang daarop zitten (op je perineum) levert een dooie zak op, voelt erg onprettig en is ook niet erg goed voor het nageslacht. Sommige zadels hebben een gat, andere een kuil.

Meestal zie je standaard een 13cm zadel gemonteerd. Als je daar met je brede mannelijke bekken op gaat zitten krijg je snel zadelpijn omdat je zitbotjes er aan de zijkanten overheen schuiven (en zelfs je bekken uit elkaar drukken als een soort wig) en je daardoor dus veel te veel op je perineum komt te zitten. Dooie zak en zadelpijn tot gevolg.

Zelf je zadelbreedte meten kan door op een krukje (voeten op de stang) op een stuk karton te gaan zitten (een tijdje) en dan de deuken te meten. De deuken kun je beter zien als je er met een krijtje overheen gaat, zegt de theorie. Ik vond het een rukmethode en uiteindelijk heb ik mijn breedte gewoon laten meten in de winkel. Die was 13cm. Vervolgens tel je 1 of 2 cm bij op als je zoals ik een ‘minder sportieve’ rijder bent. Of in andere woorden, gewoon stram en te dik bent. Door de vorm van je bekken is die 13cm alleen 13 als ik super sportief heel diep zit, maar zo zit ik helemaal niet. Ik heb op dit moment een 14.5 cm zadel en dat is perfect.

Sommige zadels zijn heel vlak, andere zijn rond. Dit is persoonlijk en heeft te maken met de bouw van jouw bekken. Ik had een platte gekregen van de bikefitter maar daar kreeg ik zadelpijn van. Mijn huidige zadel is nu weer redelijk rond en zit wel lekker.

Een goede fietsenzaak laat je zadels proberen en eindeloos ruilen. Zadels zijn uiteindelijk extreem persoonlijk en hebben volledig te maken met de bouw van je bekken. Daarom, koop een zadel bij een goede fietsenwinkel waar je mag proberen, fiets er 2x een flink rondje op en schroom niet om hem te wisselen voor een andere.

En waarom begin je met je zadel bij het fiets afstellen? Als je niet lekker zit op je zadel ga je compenseren om maar geen pijn te hebben, waardoor elke volgende afstelling niet meer goed te maken is. In basis moet je gewoon lekker ontspannen op je zadel kunnen zitten. Denk ook even aan een goede broek met een lekkere zeem.

Zadelhoogte afstellen

Van belang is dat de hoogte van je zadel ervoor zorgt dat je de benen goed kan strekken, zonder dat je hoeft te overstrekken. Overstrekken voel je in je knieën, zorgt voor suboptimale krachtoverbrenging en gaat er voor zorgen dat je bekken ook gaan kantelen op je zadel (van links naar rechts schommelen). Daarnaast zal het ook voelbaar zijn in je complete lijf (nek, rug en armen) en geeft spanning in je lichaam. Veel fietsers zitten uiteindelijk op een te hoog zadel of laag zadel (meestal hoog).

  1. Zet je zadel horizontaal. Dat kan met een waterpas (leg eerst een plank over je zadel). Zadels horen horizontaal in basis.
  2. Zorg dat iemand je vast houd of leun tegen iets aan, anders flikker je om.
  3. Klik je schoentjes in en draai naar ongeveer het onderste punt, zodat de crank in de verlenging staat van je zadelbuis.
  4. Uiteindelijk moet je knie , als je voet horizontaal staat en ingeklikt, licht gebogen zijn. Met de hiel-methode kun je goede kijken of het goed staat. Klik je voet uit en plaats je hak op het pedaal. Je been zou ong. gestrekt moeten zijn (maar zeker niet overstrekt). Meer informatie en andere methoden:

Zadelafstand

Als de hoogte goed staat ga je vervolgens je zadel naar voren of naar achteren afstellen om de afstand tot stuur aan te passen. Idee is dat de punt van je knie gelijk komt met de trapas, als je de crank naar voren hebt.

  1. Pak een touwtje en bind er een moer aan (of iets anders zwaars)
  2. Ga weer ergens tegen aan leunen, en klim op de fiets
  3. Klik je voeten in, draai je voet (en dus crank) naar voren
  4. Houd zelf met gevaar voor eigen leven het touwtje tegen de punt van je knie. Het touwtje zou ong. gelijk moeten lopen met de trapas. Dit komt iets minder precies, er is een foutmarge van 1 a 2 cm.

Mocht je een laserwaterpas hebben, gebruik dan die. Dat is veel handiger. Zet die op de grond en je kan exact de lijn zien tussen trapas en knie.

Verkeerde afstellingen hierin leveren met name knieklachten op, maar ook hier pijn in de rest van het lichaam door spanningen.

Meet bij het afstellen wat je aan het doen bent, en schrijf dat ergens op. Ik meet altijd to aan de boutjes van de stuurpen

Stuurlengte en hoogte

Je zit nu qua zadel goed op je fiets. Nu mogen we (eindelijk) eens kijken naar de houding richting stuur. Wil je diep zitten (sportief) of meer ontspannen iets hoger. Met de spacers kun je de hoogte van je stuur aanpassen. Let wel op dat je weet wat je doet, want speling in je balhoofd heb je er zo in zitten. Misschien schrijf ik daar nog eens wat over, nu niet :)

stuurpen

Daarnaast kun je met de stuurpen ook de hoogte bepalen. Deze hebben vaak een bepaalde hoek omhoog (of omlaag). Een simpele truc is je stuurpen omdraaien om eens te proberen.

De lengte is persoonlijk maar vuistregel is dat als je in de shifters hangt, en gewoon aan het fietsen ben, je de as van je wiel niet ziet, omdat je stuur ervoor zit. Bij nekklachten kan het soms ook helpen een iets kortere pen te pakken. Let wel op, een te korte pen is juist ook niet goed. Zeker met een groot bovenlichaam moet er ruimte zijn om te strekken. Anders probeer je een groot lichaam eigenlijk in elkaar te drukken en dat levert ook klachten op.

Stuurhoek

Als laatste kun je de hoek van je stuur nog aanpassen door het stuur te draaien. Hierbij is het van belang dat je er voor zorgt dat je de druk in je handen verdeelt over het hele oppervlakte, zonder dat er rare hoeken in je polsen komen. De beugels staan onderaan meestal ongeveer vlak (heel licht naar boven gebogen), maar dat is ook afhankelijk van je soort stuur.

Het ideale punt hiervoor vinden vind ik lastig maar het belangrijkste is dat je geen rare hoeken hebt (en daardoor zenuwen blokkeert). Neem een inbussleuteltje mee en ga een rondje fietsen en pas het aan. Let op, meestal mogen de boutjes niet vaster dan 5nm (en dat is niet erg strak). Het aandraaien van de 4 boutjes van je stuur doe je trouwens kruislinks. Linksonder, rechtsboven, linksboven, rechtsonder. Anders draai je de boel scheef.

Overige afstellingen

Hoek van je zadel

Wijst de punt van je zadel naar boven, dan kan dat tot rugklachten leiden. Staat de punt omlaag dan worden je handen, polsen en schouders (over)belast.

Zadels horen in basis gewoon horizontaal. Een waterpas is handig om daarvoor te gebruiken. Door de bijzondere vormen van zadels kan dat soms lastig zijn. Leg een snijplank op je zadel en daarop je waterpas. Of gebruik een digitale waterpas. Die kost ook maar een paar tientjes.

Mocht je toch last krijgen van je zaakje (vaak een reden om je zadel te gaan kantelen) kun je beter op zoek naar een beter zadel met een gat of gleuf. Let dan ook meteen op de breedte van je zadel, want grote kans dat je ook daardoor veel te veel op de punt zit.

Stand van je shifters

Tintelende vingers, pijnlijke polsen en een beurse muis van je hand. Uiteindelijk leun je in basis dan te veel op je stuur maar toch kan ook de stand van je shifters mee spelen. Ideaal lopen je zenuwen en bloedbanen zonder knikken in een rechte lijn tussen arm en hand. Vaak zie je standaard dat shifters gewoon recht naar voren worden gemonteerd maar dat daardoor uiteindelijk je handen iets naar buiten staan. Bikefitters (en ook professionals als je er op let) zetten de shifters vaak een hele kleine slag naar binnen gedraait. Shifter plaatje

Daarnaast kun je bij de meeste shifters de afstand tussen remhandvat en stuur aanpassen door aan een super klein inbusjes te draaien. Zorg ervoor dat je in de beugels alsnog goed bij de rem kan.

Een handige truc is door een rechte lijn vanaf je armen tot aan je middelvinger te tekenen en vervolgens op de fiets te zitten. Door de lijn zie je direct of je pols een rare hoek maakt. Shifter plaatje

Schoenplaatjes en schoenen

Ook die kan je instellen. Haal je zooltjes eens uit je schoenen en kijk daar eens goed naar. Zie je bijv. teenafdrukken, dan druk te veel met je tenen en kan een steunzooltje goed helpen. Je wilt met de bal van je voet duwen.

Op je plaatjes zitten mega kleine markeringen (aan de zijkant). Dat is waar de trapas zit. Die wil je recht onder de voet van je bal hebben. Deze video vond ik erg duidelijk en informatief.

Daarna zou ik zeggen, neem inbussleutel mee, en ga lekker fietsen. Je voelt vrij goed of je druk met de bal van je voet. Verkeerd afgestelde schoentjes voel je trouwens ook wel echt de in knieen.

Handige tips, veel gemaakte fouten een aantal bekende klachten

Dan nog een rijtje algemene punten die ik graag wil benoemen. Daarnaast staat deze zin hier omdat de linter van VScode heel graag eerst tekst wil, en daarna pas de volgende h2.

Verkeerde volgorde fiets afstellen

Ik wilde minder diep zitten en ging sleutelen aan mijn stuur zonder eerst naar mijn zadel te kijken. Daardoor kwam ik helemaal uit verhouding op de fiets te zitten. Elke theorie die ik volgde resulteerde in een compleet andere uitkomst dan verwacht.

Daarnaast dacht ik ook niet goed na. Ik had nekklachten en dacht door mijn zadel iets naar voren of achteren te schuiven ik de hoek van mijn nek kon aanpassen. Daardoor kwam ik helemaal scheef op het zadel, kreeg ik last van mijn benen, knieeen en zadelpijn, waardoor er allemaal extra spanning in de nek kwam en ik nog verder van huis was.

Houd de volgorde aan, zorg dat je zadel goed staat alvorens je aan je stuur gaat lopen kloten.

Goed op de fiets gaan zitten

Om goed op de fiets te gaan zitten zijn er een aantal truucjes. Belangrijk is dat je eerst alleen je bekken kantelt en daarna pas je rug. Uiteindelijk wil je een mooie rechte rug die ontspannen op de fiets zit. Daarnaast moet je echt goed op je zitbotjes gaan zitten.

Wat je vaak ziet is dat fietsers een beetje ingezakt op de fiets stappen en op het stuur gaan leunen. Dit zie je extra vaak bij fietsers met een kantoorbaan die de hele dag op een stoel zitten. Dit inzakken is funest voor je houding en krijg je snel klachten van.

Daarom, bij het op de fiets gaan zitten

  1. Ga rechtop zitten (met losse handen, maar kijk uit) en kijk vooruit.
  2. Maak je zo lang mogelijk, doe alsof er een touwtje aan je kruin zit die je omhoog trekt.
  3. Kantel vanaf die rechte positie langzaam naar voren en kantel je bekken mee en houd je blik vast op een paar meter voor je.
  4. Je voelt dat extra goed op je zitbotjes terecht bent gekomen en je ontspannen in de remmen hangt.

Na een tijdje zul je vermoeid raken. Je core stabiliteit moet dit houden, maar als het niet meer gaat zul je gaan inzakken. Meestal zie je dat fietsers dan in de schouders gaan hangen, hoofd ingetrokken, rustend op het puntje van het zadel. Probeer de basis houding dan weer terug te pakken. Dat zal gedurende het jaar steeds makkelijker gaan.

Let tijdens het fietsen ook op de positie van je ellebogen. Probeer ze echt naar het asfalt te laten wijzen. Hoe verder ze naar buiten zijn gaan staan, hoe meer ingezakt je bent.

Nekklachten

Minder nekklachten doe je in eerste instantie door minder diep te zitten. Minder diep zitten doe je niet door aan je zadel te zitten! Soms lijkt dat logisch maar je verkloot daarmee je stand van je benen. Minder diep zitten doe je door een hoger stuur (meer spacers) en/of een stuurpen in een grotere hoek.

Daarnaast is een goede core stabiliteit essentieel. Om goed langdurig op de fiets te kunnen zitten moeten je rug en buikspieren je romp in grote mate kunnen ondersteunen. Lukt dat niet, dan zak je in elkaar waardoor je te veel op je armen leunt, niet meer op je zitbotten zit en je in je schouders gaat hangen. Simpele oefeningen bieden al snel soelaas.

Zorg ook dat je niet te veel te ver naar voren kijkt. Ik heb de neiging om enorm ver vooruit te willen kijken maar daardoor overstrek ik mijn nek de hele tijd. Kijk een paar meter vooruit. Probeer meer net onder je wenkbrouwen door te kijken, scheer ze eventueel als je enorme borstels hebt. Tevens kan een fietsbril zonder bovenrand helpen.

Dooie zak

Een dooie zak (of te veel druk op je perineum) los je op door een beter zadel (zie boven) te monteren. Niet door je zadelhoek aan te passen. Wellicht is je zadel te smal waardoor je volle gewicht op je zaakje komt of is je zaakje van zulke proporties dat er een extra gleuf in je zadel nodig is.

Afstellen met beleid

Een enkele cm anders afstellen kan al het verschil betekenen tussen pijnlijke polsen of niet. Daarom is het van belang met beleid de boel af te stellen. Niet te grote stukken in 1x maar met kleine stapjes. Daarnaast, ik maak altijd gebruik van stukjes gekleurde tape om bijv. de zadelhoogte te markeren zodat ik weet hoeveel cm ik ben gezakt. Ook een kleine fineliner kan helpen wat zaken te markeren.

Wiebelen op het zadel

Ik zie best vaak fietsers die wiebelen op het zadel. Van links naar rechts. Feitelijk kantelt het bekken dan elke keer naar links en rechts om maar de hele strekking van het been te kunnen maken. Dit betekent een te hoog zadel. Als de boel goed is afgestelt staat het bekken stil op je zadel tijdens het fietsen.

Slapende voeten

Slapende voeten kan een gevolg zijn van je zadel en afstelling. Maar denk ook aan te strakke schoenen (na een tijdje fietsen zwellen de voeten op en klik ik mijn schoenen altijd iets losser) of te strakke sokken.

Succes

Heel veel succes met het goed afstellen van je fiets. Het is sowieso iets persoonlijks en daarnaast afhankelijk van je conditie. Als je topfit bent krijg je minder snel last op de fiets dan als je in slechte vorm bent. Daarnaast leert ervaring ook dat sommige pijntjes er gewoon bij horen en weg gaan als je meer km’s in het seizoen hebt gemaakt. Het zogenaamde infietsen. Toch is een goede afstelling van je fiets belangrijk en kan het vervelende blessures voorkomen in de toekomst.

Soms ben je ergens en dan wil je koffie zetten omdat je zin hebt in koffie. Ik houd vooral van filterkoffie en de zetwijze daarvan is gelukkig niet moeilijk. Je hebt koffie nodig, een filter, een filterhouder, iets om het in te doen en natuurlijk een manier om te bepalen hoeveel koffie je dan nodig hebt. Daarvoor gebruik je meestal een maatlepel, of koffieschepje zoals je wilt.

Helaas krijg je die niet gratis bij een kop koffie of een pak filters. Ik heb daar al vaak over nagedacht. Eigenlijk zouden de koffiefabrikanten van deze wereld een opvouwbaar koffielepeltje in de verpakking moeten verwerken en de filterfabrikanten de filters moeten voorzien van maatstreepjes. Dat doen ze alleen niet.

Update: Een oplettende lezer attendeerde op de maat filter die van belang is. Ik maak gebruik van een maatje 4 filter.

De oplossing voor 1 kopje koffie

Na wat puzzelen kwam ik tot de volgende oplossing. Je vouwt de filter gewoon 2x om. Het 2e lijntje is precies goed voor 2 ‘gewone’ schepjes = 1 mok koffie.

Waarom 2x vouwen? Onderaan komt de filter bij elkaar. Je kan daar precies handig langs vouwen.

Plaatje Plaatje Plaatje Plaatje Plaatje

Er gaat geen jaar voorbij zonder de Tour de France en daar hoort natuurlijk een Geensnor Tourspel bij. Al tien jaar lang kiezen we voor het sobere maar daardoor niet minder gezellige tourploeg.nl. Voor zaterdag 26 juni om 12:00 moet je je ploeg compleet hebben, want dan gaat het beginnen!

Ook dit jaar zijn er geen prijzen te verdienen, maar elke winnaar krijgt een plekje in de Hall of Fame.

Deelnemen aan de Tourploeg van Geensnor

Een kort verhaaltje. Vroeger, toen ik nog jong was, moest ik soms alleen eten thuis. Mijn ouders waren de hort op en voor mij lag er dan een diepvriespizza klaar in de vriezer. Normaal zijn diepvriespizza’s niet heel geweldig maar destijds had de AH een super lekkere diepvriespizza, namelijk de Salami piccante van AH huismerk. Ik kan helaas niet goed onder woorden brengen hoe enorm lekker die pizza was, maar hij was enorm lekker. In combinatie met een goed glas koude melk was het smullen geblazen. Ook in deze pre-geensnor tijden werden dit soort tips direct gedeeld en het duurde dus niet lang voordat ook Joris aan de Salami piccante met een glas melk was.

Toen sloeg het noodlot toe. AH haalde de Salami piccante uit het assortiment. Vele alternatieven zijn de afgelopen 20 jaar geprobeerd maar niks haalde het bij die Salami piccante van weleer. Te dun, te dik, raar deeg, smerige salami, geen kaas of te klein. Allemaal ellende. Tot vandaag.

Vandaag at ik de Jumbo Steenover gebakken Pizza Salami Diavola. Dat is een super lekkere diepvriespizza. Leuk met lekker pittige salami, olijfjes, rucola en een lekker pittige olie-tje om eroverheen te gieten. Om een of andere reden staat hij niet op de site van de Jumbo, maar hier is een foto.

image-20210528222404338

Kunst is leuk, maar het wordt pas echt vet wat meer van de achtergrond van een werk weet. Dat vond James Payne ook en daarom is hij het YouTube kanaal Great Art Explained begonnen tijdens de lockdown. Op het kanaal legt hij de context van een beroemd kunstwerk (meestal een schilderij) uit. Heel interessant!

Hieronder de aflevering over het Arnolfini portret door Jan Van Eyck.

Eens in de zoveel tijd krijg ik de onbedwingbare behoefte om iets met het InterPlanetary File System (IPFS) te doen. Ik heb geen plan of doel, maar iets in mij zegt dat ik sites en bestanden dit peer-to-peer bestandsysteem op moet gooien. Laatst was het weer zover…

stockfoto van een netwerk ter opleuking

IPFS

IPFS is een peer-to-peer bestandsysteem op het internet. Vergelijk het met HTTP. Maar anders dan bij HTTP heb je geen centrale server en geen URL’s. In plaats van een server heb je peers in het netwerk. En in plaast van URL’s, krijgt elk bestand z’n eigen hash. Dit is ook een van de belangrijkste verschillen: HTTP is locatie gebaseerd (content staat op URL) en IPFS is content gebaseerd (Hash van content).

Zodra je je website op IPFS “zet”, wordt je site in stukken geknipt en worden de losse onderdelen over het IPFS netwerk verdeeld. Als iemand je site wil bekijken worden al die stukken weer bij elkaar gezocht en wordt de website getoond. Waar ik zeg website kun je ook video of afbeelding lezen. Bestanden in elk geval. Het leuke van hashing is natuurlijk dat twee dezelfde bestanden, dezelfde hash opleveren. Als twee identieke bestanden los van elkaar op IPFS worden gezet, worden die door IPFS als dezelfde bestanden gezien. Dat scheelt opslagruimte, overdracht en dubbele data.

Zelf doen

Iedereen kan in z’n browser IPFS sites bekijken. Doordat browsers doorgaans alleen met HTTP werken, gaat dat wel via een gateway. Als je achter https://ipfs.io/ipfs/ de hash van een site plakt, wordt de site opgehaald en kun je hem bekijken. Hier kun je bijvoorbeeld een foto van een bierdopje bekijken: https://ipfs.io/ipfs/QmRL3kadYto4kjDk1eUbjTW4UywikHwEcLKRfRKoUDEZht. Er zijn ook plugins voor allerlei browsers te krijgen en de Brave browser kan het native.

Pinnen

IPFS hangt van de caching aan elkaar. Om ervoor te zorgen dat je bestanden daadwerkelijk ergens blijven staan en niet telkens uit allerlei caches worden geveegd, kun je bestanden “pinnen”. Je geeft dan aan dat de cache van de bestanden moet blijven bestaan. Als iemand dan het bestand wil opvragen, zijn altijd de gepinde bestanden beschikbaar. Pinnen is vaak niet gratis omdat het schijfruimte kost. Er zijn services als bijvoorbeeld pinata.cloud waar de eerste Gigabyte pinnen gratis is.

Een andere manier om anderen ervan te overtuigen om jouw bestanden op te slaan, is om ze om te betalen. Betalen doen we tegenwoordig natuurlijk alleen nog via Cryptocurrencies en voor IPFS is ook een coin bedacht: de Filecoin. Hoe die vork precies in z’n steel zit weet ik niet, maar er heeft vast iemand over nagedacht.

Name servers

Elk bestand een eigen hash klinkt leuk, maar er kleeft ook een dik nadeel aan. Telkens als je je website aanpast verandert de hash en ben je dus je hash/adres kwijt. Het “oude” internet heeft een (ongeveer) vergelijkbaar probleem al een tijdje geleden opgelost met Name servers. IPFS heeft hiervoor iets vergelijkbaars: Interplanetary Name System. Je kan dan updates onder dezelfde hash blijven publiceren. Je hebt dat nog steeds niet echt een “naam” voor je site, maar de hash blijft in elk geval hetzelfde. Het probleem van de namen kan weer opgelost worden met DNSLink. Good old DNS dus eigenlijk.

Geensnor en IPFS

Wij van Geensnor steken natuurlijk altijd wel even onze spreekwoordelijke teen in het water als het gaat om dit soort onderwerpen. De website van Omloop De Snor (3 juli a.s., allemaal meedoen!! yeah!) staat tegenwoordig ook op IPFS en wel op dit adres: https://gateway.pinata.cloud/ipfs/QmZoiUzC9YmgZF1gWX3AKPmiorDhjzs5UcijVbTk188cfq Dit is zonder IPNS, dus op het bovenstaande adres zul je nooit een update zien. Maar met behulp van een GitHub Action wordt elke update van Omloop De Snor automatisch gepind bij pinata.cloud. Ik durf bij deze wel te stellen dat onze eigen Omloop De Snor de enige tourtocht is waarvan de website bij elke update automatisch op IPFS wordt gezet. Een goede reden om op 3 juli mee te rijden!

Update: Geensnor pin overzicht

Om wat orde te scheppen in alle pinnen, hebben we even een pin overzicht gemaakt: geensnor.nl/ipfs. Hier staan alle IPFS pinnen van geensnor.nl die bij Pinanta zijn gepind. Elke nieuwe versie van (bijvoorbeeld) de website van Omloop de Snor, zorg voor een nieuwe pin. Het kan zijn dat we er af en toe wat opruimen. Als je erg gehecht bent aan een specifieke versie, kun je hem natuurlijk altijd zelf pinnen.

Facebook is lek, Clubhouse is alweer voorbij en TikTok is kut. Het internet is kapot gemaakt door het grootkapitaal en wij als gebruikers rennen van hype naar hype, opgegeild door kunstmatige intelligentie die ons steeds grotere ophef voorschoteld. Het is allemaal verschrikkelijk mensen en het wordt nog veel erger.

digitale tuin

Een klein lichtpuntje van hoop in deze tsunami van gitzwarte ellende zijn Digitale Tuinen. Digital Gardens in het Engels, maar op geensnor.nl spreken we Nederlands, dus hier zeggen we Digitale Tuinen. En als je Digitale Tuinen een beetje weeeig vindt klinken heb je misschien gelijk, maar toch blijven we Digitale Tuinen zeggen.

Ik weet niet zeker of Tom Critchlow’s tuin de eerste was, maar Tom was er zeker vroeg bij met z’n Digitale Tuin. Hij heeft een soort Wiki gemaakt van een hele berg Markdown bestanden. Met behulp van Jekyll maakt hij daar dan een website van en zet die online.

Wat is een Digitale Tuin?

Wat een Digitale Tuin precies is, weet ik ook niet. Het is in elk geval belangrijk dat je een website hebt waaraan je kennis en ervaringen toevoegd. Een soort Wiki dus. Actualiteit (blogs…) en interactie zijn minder belangrijk. Of zoals digitale tuinman Joel Hooks het zo mooi zegt:

The phrase “digital garden” is a metaphor for thinking about writing and creating that focuses less on the resulting “showpiece” and more on the process, care, and craft it takes to get there.

en

What makes a garden is interesting. It’s personal. Things are organized and orderly, but with a touch of chaos around the edges.

Anders dan de hijgerige Sociale Media (Social Media in het Engels, maar dat zeggen we hier dus niet…) een plaats van rust dus. Even de voetjes omhoog, niets moeten, biertje, Digitale Tuin, kaasje, even jezelf zijn…dat werk een beetje….

Geensnor.nl is een Digitale Tuin!

Bij de woorden “care”, “craft” en “touch of chaos” van Joel hierboven, dacht je natuurlijk meteen: geensnor.nl! Inderdaad, heel goed! Niet voor niets referen we in de titel van onze site al lang aan een mogelijke Digitale Tuin. Tuurlijk, we zijn niet vies van een mopje bloggen zo af en toe, maar we zijn vooral volop aan het planten, oogsten en onkruid aan het wieden. We hebben inmiddels lijstvelden, bossen vol recepten, een beelden tuin en een gids in onze tuin. Bovendien hebben een terras aangelegd waar je rustig een gesprek kan voeren. En er worden zelfs wel eens sportevenementen georganiseerd in onze tuin. Geensnor is al jaren een schitterende, veelzijdige Digitale Tuin!

Andere tuinen

Inmiddels hebben ook anderen de digitale tuinhandschoen opgepakt. Zo kondigde Hay Kranen in z’n nieuwsbrief aan dat hij er ook een is begonnen. Hay heeft z’n inspirate weer in de tuin van ene Kevin Cunningham opgedaan. Ook GitHub staat bol van de Digitale Tuinen tegenwoordig.

Dus heb je ergens nog een stukje braakliggend internet liggen en ben je niet bang om vieze handen te krijgen? Doe wat inspiratie op en begin zelf een heuse Digitale Tuin! Het internet kan het goed gebruiken.

Het vlaamse Classified heeft een schakelsysteem gemaakt waarbij je geen voorderailleur meer nodig hebt. Wat de voorderailleur normaal doet, gebeurt nu draadloos in de naaf. Hierdoor zou er minder slijtage moeten zijn en kun je schakelen terwijl je kracht zet. Voor het systeem moet je wel je halve fiets verbouwen want je moet ook een nieuw wiel en een nieuwe cassette. Weerstand en gewicht schijnen wel in orde te zijn.

GCN Tech heeft er een video van op YouTube gezet:

Sinds jaar en dag voorziet geensnor.nl menig culinair talent met inspiratie. Op geensnor.nl/watetenwevandaag staan talloze heerlijke en verantwoorde recepten. Deze recepten zijn wel allemaal heel lekker, maar qua semantiek schortte er nog wel eens wat aan. En dat proef je uiteindelijk toch…. Gelukkig is dit probleem sinds korte tijd opgelost en draaien ook de recepten van Geensnor mee in de wondere wereld van het Semantisch Web.

Semantisch Web?

Ja, kinderen het Semantisch Web. Opa is nu even aan het woord. Vroeger, aan het begin van deze eeuw, lang voor de oprichting van geensnor.nl was het Semantisch Web hot and happening. Ging het niet over de mond-en-klauwzeer, Rintje Ritsma of Nina Brink, dan ging het wel over het Semantische Web. XML was hagelnieuw en Tim Berners-Lee droomde van een internet waarbij de content niet alleen iets voor mensen betekende, maar ook voor computers. De informatie op internet moest metadata mee gaan krijgen die betekenis gaf aan de titels, woorden, artikelen, namen, etc.. Hierdoor zou je het hele internet kunnen gaan gebruiken als een soort database waarbij alle beschikbare informatie gekoppeld kan worden. Fantastisch plan Tim!

Sindsdien zijn we allemaal ouder en wijzer geworden en ook het Semantisch Web heeft niet stil gestaan. Zo’n beetje elke blogpost (ook deze) bevat wel metadata om aan te geven dat het een blogpost is. Ook bijvoorbeeld Wikipedia staat helemaal strak van de metadata. Zoekmachines worden erg blij van al die metadata. Verder helpt het bij de datauitwisseling tussen systemen.

Jaja, en die recepten dan?

Recepten hebben hun eigen schema. Zo’n schema beschrijft voor een bepaald type document op het internet, welke eigenschappen zoiets kan hebben. Een recept heeft bijvoorbeeld prepTime die aangeeft hoe lang het duurt om het gerecht bereiden. Als dat schema goed wordt gebruikt, kun je zo’n recept heel makkelijk uitwisselen tussen verschillende sites en apps.

De recepten op geensnor.nl/watetenwevandaag zijn nu ook helemaal semantisch. Hierdoor kun je nu bijvoorbeeld de URL van een gerecht in een app als crouton.app plakken en dan wordt het recept automatisch op de juiste manier opgeslagen.

De recepten zijn opgeslagen als markdown en dus zonder metadata. De metadata wordt er tijdens runtime “bij verzonnen”. Daar zitten wel wat regels aan verbonden en het is niet waterdicht. Zo moet er bijvoorbeeld perse “Ingredienten” boven de lijst met ingredienten staan, anders snapt hij het niet en loopt de boel alsnog semantisch in het honderd.